Raad van State stelt gemeente Rijswijk in gelijk in supermarktzaak

Op woensdag 1 maart heeft de Raad van State een uitspraak gedaan over de zaak tussen de gemeente Rijswijk en Tiberius Vastgoed B.V. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep van het college van B&W tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag gegrond verklaard. Dat betekent dat de in 2018 ingediende aanvraag voor een omgevingsvergunning terecht niet in behandeling was genomen.

In juni 2018 heeft Tiberius Vastgoed B.V. een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij de gemeente voor de bouw van een supermarkt. Deze aanvraag is in eerste instantie niet in behandeling genomen omdat niet alle benodigde gegevens waren aangeleverd.

De rechtbank Den Haag bepaalde in mei 2021 dat het onterecht was dat de gemeente de aanvraag niet in behandeling had genomen. De gemeente heeft toen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 30 januari 2023 was de zitting hiervan.

In de tussentijd heeft de gemeente ter uitvoering van het vonnis van de rechtbank Den Haag de aanvraag alsnog in behandeling genomen en de aanvraag geweigerd. De belangrijkste reden hiervoor was dat de in-/uitrit niet voldoet. Op 1 maart 2023 heeft de Raad van State het hoger beroep gegrond verklaard en bepaald dat de gemeente de aanvraag niet in behandeling had hoeven nemen. De juridische basis voor de weigering van de vergunningaanvraag na de uitspraak van de rechtbank Den Haag komt met de uitspraak van de Raad van State te vervallen. Het besluit op de aanvraag wordt vernietigd. Dat besluit kon (achteraf gezien) niet meer genomen worden aangezien de aanvraag al buiten behandeling was gesteld.