Justus Cornelis Pape (1882 — 1931)Bij de gemeenteraadverkiezingen van 1919 bleek dat Rijswijk een linkse, atheïstische gemeente was. Toch benoemde de commissaris der Koningin de gelovige Justus Pape op 1 februari 1920 tot burgemeester. Het bleek een goede stap.
Pape was oprecht geïnteresseerd in zijn gemeente, en de bewoners vonden in Pape een betrokken burgemeester. Elke dag wandelde hij met zijn hond door het dorp, en iedereen kon hem gewoon aanspreken. Hij overleed plotseling in 1931.
Jacques Adrien Gerard Marie van Hellenberg Hubar (1896 — 1951)Omdat de annexatie-ideeën weer opleefden in Den Haag nam wethouder Jacques van Hellenberg Hubar (RKSP) zitting als waarnemend burgemeester. In 1934 volgde een volwaardige benoeming.
Van Hellenberg Hubar stond voor een moeilijke taak: hoe houd ik de Rijswijkse bevolking aan het werk nu er crisis is? Er waren namelijk veel werkelozen. Onder deze burgemeester legden ze bijvoorbeeld vliegveld Ypenburg aan, als werkverschaffingsproject.
Oorlogstijd
Na de Duitse inval in 1940 probeerde de burgemeester de gevolgen van de Duitse maatregelen zoveel mogelijk te verzachten. Daarbij balanceerde hij op wat de bezetter toelaatbaar vond. In maart 1943 ging dat fout. Hij werd ontslagen en uit de provincie verbannen.
Van Hellenberg Hubar dook onder en moest knarsetandend toezien hoe Rijswijk achtereenvolgens 2 NSB-burgemeesters kreeg: Harmen Westra (1943 – 1945) en Bob van Maasdijk (1945).
Na de oorlog keerde Van Hellenberg Hubar terug als burgervader. In 1946 volgde een aanstelling in Hilversum.